Follow:

1950-1960

1950-1960

Na het eindigen van de Tweede Wereldoorlog was Nederland in een optimistische sfeer: de handen moesten ineen worden geslagen om samen het land weer op te bouwen. De scheidslijnen van weleer, of dat nu op politiek of kerkelijk vlak, moesten worden geslecht en alleen door sámen op te trekken kon resultaat worden geboekt. Deze inspiratie leefde in 1950 ook bij een aantal kerkelijke jongeren die actief waren in Rotterdam-Charlois. In die tijd flaneerde honderden jongeren over de Boergoensestraat en voerde de politie zelfs charges uit om deze groepen uit elkaar te ‘rammen’.

De jeugdverenigingen van de Hervormde Kerk Charlois (C.J.M.V. Timothéus) en de Gereformeerde Kerk Charlois (J.V. en M.V.) staken de hoofden bij elkaar en vroegen zich af hoe de kille en afstandelijke verhouding tussen Hervormden en Gereformeerden kon worden getransformeerd tot een warm samenwerkingsverband. De oplossing werd al snel gevonden: de Hervormde en Gereformeerde jeugdverenigingen studeerden gezamenlijk een blijspel, genaamd ‘Hoera Petroleum’ in en voerde het meerdere keren uit voor de kerkelijke, Charloisse jeugd uit zowel Hervormde als Gereformeerde hoek.

0

De interactie ontstond, en de contacten tussen beide groepen namen toe. Meerdere, gezamenlijk belegde avonden volgden, waarin bevlogen sprekers spraken en gebouw ‘Timotheüs’ korte tijd later werd opengesteld voor de over de Boergoensestraat flanerende jeugd. Tal van activiteiten werden ondernomen in de grote zaal: zang, toneel, sketches, films maar ook persoonlijke gesprekken. Op het hoogtepunt werden deze avonden bezocht door 300 á 400 jongeren.

Toch bleek deze gezamenlijke activiteiten maar moeilijk inpasbaar in het kerkelijk jeugdwerk wat er op dat moment al was. Eén optie bleef over: dit werk voorzetten in een zelfstandige organisatie.

De I.J.E. was geboren!

De naam I.J.E. dateert echter niet van 1950 maar werd pas in 1952 aan de vereniging gegeven. Ondanks dit gegeven rekenen we 1950 toch als geboortejaar van de I.J.E.: in het najaar van 1950 startte namelijk de eerste activiteiten van de vereniging.

Het eerste algemene hoofdbestuur bestond uit de volgende personen:

-Arie Hoek                          Voorzitter

-Teeuwis Vonk                 Penningmeester

-Daan van Esveld             Secretaris

De plaatselijke voorzitter van de I.J.E.-Charlois was Henk Prins, secretaris Pitt Kwakernaat en Penningmeester Riet Verrijp. De plaatselijke voorzitter van de I.J.E.-Zuid was Dik van Deventer.

De algemene bestuursleden waren in die tijd Riet Venema, Frans Lagendijk, Piet Schram, Dames van Os, Jan den Broeder, Dik van Os en Leny de Bruijn. Ook werden later I.J.E.-afdelingen opgericht in Rotterdam-Centrum, Rotterdam-Noord, Overschie, Ridderkerk, Vlaardingen en Schiedam. De vereniging anno 2015 is afkomstig vanuit de afdeling Charlois, en de plaatselijke bestuursstructuren zoals hierboven beschreven hebben niet lang stand gehouden: al snel kwam er één bestuur voor de gehele vereniging.

Met een later voor de I.J.E. zo kenmerkende, enorme daadkracht werden er begin jaren ‘50 allerlei activiteiten ondernomen. Er werd gestart met het organiseren van evangelisatiebijeenkomsten, later meetings genoemd en er werd in eigen beheer een weekblad uitgegeven onder de titel ‘Nieuwe Jeugd’ met een oplage van 25000. Ondanks al dit optimisme kwam er vanuit verschillende hoeken fikse kritiek op het werk van de I.J.E. en de manier waarop het werk werd ingevuld. Ook het aspect dat de I.J.E.-jeugd de ene week kerkte in de Gereformeerde Kerk en de andere week in de Hervormde Kerk speelde hierin een belangrijke rol. De kwestie, die hoofdzakelijk speelde tussen de gereformeerde leden van  I.J.E. en de kerkenraad van de Gereformeerde kerk Charlois liep hoog op en de 4 gereformeerde predikanten die regelmatig preekten tijdens meetings zegden hun steun aan de I.J.E. op en ontzegden de I.J.E. toegang tot hun gebouwen. Het werk van de I.J.E. was niet tot opbouw van de Gereformeerde Kerk, en lidmaatschap van de I.J.E. zou leiden tot een vermaning van de kerkenraad. De kerkenraad kondigde een decreet af waarin zij zich door middel van een aantal artikel uitsprak tegen de het werk van de I.J.E., dat getuigde van een ‘vervaagd geloofsbesef’ en tot ‘afbraak van de kerk’ leidde. Zij beriep zich in dit decreet tevens op een aantal door de Generale Synode in 1923 genomen besluiten. De I.J.E. antwoordde dat zij ‘de besluiten van de kerkenraad niet naast zich neerleggen, doch wanneer de kerkenraad het lidmaatschap van en de medewerking aan de I.J.E. ontraadt en hen aan dit werk wil onttrekken, hij zich een last oplegt die Jezus Christus, de Koning der Kerk, niet van ons eist’. Benadrukt werd de eenheid van de jeugd in Christus, en het feit dat hervormd of gereformeerd daarin geen rol spelen. In haar reactie beriep de I.J.E. zich op ‘De belofte van de Heilige Geest, die in alle waarheid leiden zal en de trouw van God, die het werk van zijn handen niet zal laten varen’. Van de vooraanstaande theoloog dr. R. Bijlsma, auteur van het bekende blad ‘De Waagschaal’ kreeg de I.J.E. steun, toen hij in een van zijn artikelen stelde: ‘als je als jongeren samen het evangelie verkondigt, ligt het toch zeker ook voor de hand dat men het samen wil horen!’

6

Een van de vele krantenartikelen, gewijd aan de ‘kwestie I.J.E.’

Over deze gebeurtenis werd in diverse landelijke dagbladen paginabreed bericht, en maakte dat de I.J.E. landelijke bekendheid verwierf. Nadat dit geschil (goeddeels) geslecht was werd ter coördinatie van het evangelisatiewerk in Rotterdam-Zuid de ‘Interkerkelijke Raad voor Evangelisatie’, later ‘Interkerkelijke Raad voor Straatprediking’ opgericht.

Ondertussen ging het werk van de I.J.E. onverminderd door. Talloze jeugdmeetings werden gehouden voor tot de laatste plaats toe bezette kerken, er kwam een intensief contact op gang met Kamp Vught waar in die tijd Ambonezen werden opgevangen wat later door de I.J.E. geadopteerd zou worden en niet in de minste plaats: ook Hilversum toonde grote belangstelling voor de I.J.E. Vanaf 1954 werden talloze jeugdmeetings via de radio uitgezonden door IKOR, NCRV en Wereldomroep.

Het blad ‘Nieuwe Jeugd’ werd in die tijd omgedoopt tot ‘Europoort’, en naast I.J.E.-Zuid werd in Rotterdam-Centrum door John Buurman en Leo van der Veer I.J.E.-Centrum opgericht. In de Schouwburg Zuid organiseerde de I.J.E. talloze gratis toegankelijke filmvoorstellingen, werden er weekenden weg, instuif en jeugdclubs georganiseerd, waren er sportavonden, werden er blijspelen zoals ‘Wir Klagen an’ van de Duitse predikant Herbert Kuhn over de schuldvraag na de oorlog, en ‘Het woord’  van Kaj Munk uitgevoerd in o.a. de Schouwburg (toegang uitsluiten voor jeugd boven de 16 jaar!). Laatstgenoemd stuk werd op diverse plaatsen in Nederland opgevoerd, bijzondere vermelding verdient de uitvoering voor ruim 2000 militairen in Ossendrecht (het was doodstil tijdens de voorstelling!). Tenslotte waren er zondagochtendbijeenkomsten in ‘Metro’ waar een passende film werd vertoond of Jules de Corte optrad. In deze jaren ontstond er ook een samenwerking van de I.J.E. met de bekende beweging ‘Youth for Christ’, en werden er gezamenlijke openluchtmeetings georganiseerd op o.a. het Afrikaanderplein en op de trappen van het Beursgebouw.

5a

Openluchtmeeting voor de Oude Kerk Charlois in 1957

De vereniging vierde in 1957 (!) haar eerste lustrum in de Grote Schouwburg (het huidige Zuidpleintheater). Dit jaartal kan enige verwondering oproepen: de vereniging is toch in 1950 opgericht? Dat klopt, maar de eerste I.J.E.’ers beschouwden 1952 als startpunt. Dit was immers het jaar waarin de vereniging haar naam had gekregen. In latere jaren werd echter 1950 als startjaar van de vereniging vastgesteld. Tijdens dit eerste lustrum schreef burgemeester mr. G.E. van Walsum van Rotterdam in de jubileumuitgave van het verenigingsblad enkele lovende woorden over het werk van de I.J.E.: ‘Persoonlijk heb ik ook waardering voor het werk, waar de vereniging zich met een zulk weldadige geestdrift aan wijdt. De viering van het eerste lustrum moge een prikkel zijn tot vernieuwde activiteit’, en sloot af met woorden van Paulus aan de gemeente in Corinthe: ‘Wij zijn zwak in Hem, maar zullen met Hem leven door de kracht Gods in U!’.

14a

Lustrumkrant, uitgegeven ter ere van 5 jaar I.J.E. in 1957

Het koor, dat door de jaren heen altijd de hoofdpijler van de vereniging is geweest stond vanaf 1950 onder leiding van de toen 18-jarige Frits Heuvelink. Het eerste repertoire dat gezongen werd was afkomstig uit de bekende zangbundel van Johannes de Heer en werd in de beginjaren begeleid door de organisten Gerrit van der Schoor en Freek de Keijzer of een koperensemble. Wim Hardenbol kwam midden jaren ’50 in beeld als trompettist, en verleende in die hoedanigheid óf als dirigent van een koperensemble medewerking aan de meetings, waarin de bekende predikant Okke Jager regelmatig voorging. Jager was in de beginjaren tevens zeer betrokken bij het reilen en zeilen van de vereniging en verzorgde in samenwerking met de lokale, Charloisse predikanten uit Hervormde en Gereformeerde gezindte geloofsinhoudelijke/cathechisatieavonden. De koorrepetities vonden in die tijd plaats in de Jacob Juchschool (Chr. B.L.O.) aan de Gouwstraat op Charlois waar enkele lokalen leeg stonden. In 1953 raakte de I.J.E. haar repetitielokalen echter kwijt doordat de school de lokalen weer in gebruik wilde nemen. Na wat omzwervingen vond de I.J.E. tijdelijke onderkomens in o.a. het wijkgebouw aan de Cillaarshoekstraat, later vestigde het koor zich in de Vaste Burchtkerk aan de Van Swietenlaan bij het Zuidplein, waar zij tot 1967 zouden blijven repeteren.

18

Koorrepetitie in de Vaste Burchtkerk aan de Van Swietenlaan

Het koor maakte in die jaren ook haar eerste ‘single’ met daarop een 4-tal liederen uit de bundel van Johannes de Heer, begeleid door Freek de Keijzer, orgel en een koperkwartet onder leiding van Wim Hardenbol. De single kreeg de titel ‘Glorieklanken’ en werd opgenomen in de Wilhelminakerk aan de Oranjeboomstraat. Ook werd er in deze jaren een single opgenomen onder de titel 4x ZN (Zij Zoeken Zichzelf Niet). Naast de I.J.E. leverden ook de Zingende Zusjes, het Cross Kwartet en John Buurman hun bijdrage op deze single. De verkoop van deze single was ongekend: ruim 50.000 exemplaren gingen er over de toonbank. De netto-opbrengst van deze single kwam ten goede aan de bouw van een Diaconessenhuis in Paramaribo, Suriname.

15

Promotieflyer voor de 4x ZN single

In de jaren ’50 werd ook de basis gelegd voor activiteiten die de I.J.E. vele jaren lang voort zou zetten. Zo werkte het koor voor het eerste mee aan de Pinkstermeeting in de Grote Kerk van Breda, waarbij voor aanvang van de meeting op de markt naast de kerk door het koor straatzang werd verzorgd: de politie moest eraan te pas komen om het massaal toegestroomde publiek in goede banen te leiden!

12

Medewerking van het koor in 1958 aan een dienst in de inmiddels gesloopte Koninginnekerk aan de Boezemsingel

In  1957 werd de eerste Volkskerstzang in de Glazen Zaal van ‘Ahoy’ georganiseerd, waaraan de I.J.E.-koren Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Overschie meewerkten. Tijdens deze Volkskerstzangen werden ook gastartiesten zoals de ‘Zingende Zusjes’ (Marry en Thea Verhey), het Cross Kwartet en de  ‘Zusjes van der Spek’ uitgenodigd, en stonden koor en samenzang afwisselend onder leiding van John Buurman en Frits Heuvelink. Ook werd medewerking verleend door de organisten Flip de Koning en Gerrit van der Schoor en speelde fanfareorkesten uit Rotterdam-Zuid. In die jaren sprak de eerder genoemde burgemeester G.E. van Walsum tijdens de Volkskerstzang de schriftlezing uit, en werden de meditaties verzorgd door ds. Toornvliet uit Bloemendaal, en de bekende predikant van de Rotterdamse Koninginnekerk: dr. F. Oberman.

6a

Share on